|
Dit percentage geeft aan hoe ver de taak is gevorderd. |
Geef op hoe ver de taak is gevorderd in procenten. U kunt Is gelijk aan, Kleiner dan, Groter dan, enzovoort gebruiken. |
|
De account waarmee het item is verzonden of de account waarvan het item is ontvangen. |
Geef GroupWise, POP3, IMAP of NNTP op. |
|
De begindatum van een taak. |
U kunt een tijdsperiode opgeven waarbinnen de taak valt of een exacte datum opgeven, afhankelijk van het argument. |
|
De typen van de bijlagen, zoals bestanden, geluidsfragmenten, filmfragmenten of OLE-objecten. |
Selecteer een bijlage in de vervolgkeuzelijst. |
|
Bijlagen met door u opgegeven teksten of tekstdelen. |
Geef de tekst van de bijlage op. |
|
De naam van de persoon die een document heeft geschreven. |
Geef de naam van de auteur op. |
|
Tekst die wordt weergegeven in het veld van een telefoonnotitie. |
Geef de naam van een bedrijf op. |
|
Tekst die wordt weergegeven in het veld van een telefoonnotitie. |
Geef de naam van een beller op. |
|
Het telefoonnummer dat wordt weergegeven in het vak van een telefoonnotitie. |
Geef een nummer op. |
|
De categorie die is toegewezen aan een item. |
Geen een bestaande categorie op. |
|
De naam van een persoon wordt weergegeven in het veld . |
Geef in het veld een naam op. |
|
De datum waarop een gebruiker een taak markeert als Voltooid. |
Geef de datum op waarop de taak is voltooid. U kunt Is gelijk aan gebruiken of het aantal dagen voor of na de huidige datum opgeven. |
|
Het type bericht dat een gebruiker ontvangt (, of ). |
Selecteer , of in de vervolgkeuzelijst. |
|
De datum waarop u op de knop hebt geklikt of een item in uw agenda hebt gepost. |
U kunt een tijdsperiode opgeven waarbinnen het item valt of een exacte datum opgeven, afhankelijk van het argument. |
|
De datum waarop een document het laatst werd geopend. |
U kunt een tijdsperiode opgeven waarbinnen het document valt of een exacte datum opgeven, afhankelijk van het argument. |
|
De datum en de tijd waarop het item in de postbussen van de ontvangers is bezorgd. |
U kunt een tijdsperiode opgeven waarbinnen het item valt of een exacte datum opgeven, afhankelijk van het argument. |
|
De datum waarop het document is gemaakt. |
U kunt een tijdsperiode opgeven waarbinnen het item valt of een exacte datum opgeven, afhankelijk van het argument. |
|
De naam van de persoon die het document heeft gemaakt. |
Geef de naam van de auteur op. |
|
Het nummer van een document. |
Geef een geheel getal op. |
|
Het type van een document in de bibliotheek, zoals een formulier, onkostenrapport, memo, enzovoort. |
Voer een documentnaam in. |
|
De termijn of de einddatum en -tijd van een afspraak. |
U kunt een tijdsperiode opgeven waarbinnen de taak of afspraak valt of een exacte datum opgeven, afhankelijk van het argument. |
|
Geeft aan of een item is gedownload van derden, gearchiveerd door derden, hersteld door derden of afgebroken door derden. |
Selecteer de status van het item in de vervolgkeuzelijst. |
|
De bestandsnaamextensie van een document in een bibliotheek. |
Voer een bestandsnaamextensie in (bijvoorbeeld .exe). |
|
De naam van een persoon in het veld van een item. |
Geef het veld op. |
|
Of het item is ontvangen, verzonden of gepost en of het item een conceptbericht is. |
Selecteer de bron van de berichten in de vervolgkeuzelijst. |
|
Of een item is geaccepteerd, voltooid, geopend, gelezen, als privé is gemarkeerd en of het onderwerp is verborgen. |
Selecteer de status van het item in de vervolgkeuzelijst. |
|
Rubrieken zoals berichten, afspraken, enzovoort. |
Selecteer de rubriek in de vervolgkeuzelijst. |
|
De bibliotheek waarin documenten worden opgeslagen. |
Selecteer de bibliotheek in de vervolgkeuzelijst. |
|
Tekst die in het vak van een item wordt weergegeven. |
Geef de tekst voor het veld geheel of gedeeltelijk op. |
|
De tekst die verschijnt in het veld van het tabblad . |
Geef de tekst van geheel of gedeeltelijk op. |
|
Het aantal ontvangers dat een door u verzonden item heeft geaccepteerd. |
U kunt een geheel getal opgeven of een variabele selecteren in de vervolgkeuzelijst, afhankelijk van het argument. |
|
Het aantal ontvangers dat een door u verzonden item heeft voltooid. |
U kunt een geheel getal opgeven of een variabele selecteren in de vervolgkeuzelijst, afhankelijk van het argument. |
|
Het aantal ontvangers dat een door u verzonden item heeft verwijderd. |
U kunt een geheel getal opgeven of een variabele selecteren in de vervolgkeuzelijst, afhankelijk van het argument. |
|
Het aantal ontvangers dat een door u verzonden item heeft geopend. |
U kunt een geheel getal opgeven of een variabele selecteren in de vervolgkeuzelijst, afhankelijk van het argument. |
|
Het aantal ontvangers dat een door u verzonden item heeft beantwoord. |
U kunt een geheel getal opgeven of een variabele selecteren in de vervolgkeuzelijst, afhankelijk van het argument. |
|
De naam van de persoon die deze versie van een document het laatst heeft geopend. |
Geef een naam op. |
|
Tekst in bijlagen die aan ontvangen items zijn toegevoegd. |
Geef de tekst op waar u naar wilt zoeken. |
|
Tekst die in het vak van een afspraak wordt weergegeven. |
Geef de tekst voor het veld geheel of gedeeltelijk op. |
|
Naam die in het veld van een gepost item wordt weergegeven. |
Geef het veld op. |
|
De prioriteit van een item: hoog, normaal of laag. |
Selecteer de prioriteit in de vervolgkeuzelijst. |
|
Items met de verzendoptie Antwoord gewenst. |
Selecteer de optie in de vervolgkeuzelijst. |
|
De grootte van een item inclusief de bijlagen. |
Geef een geheel getal op. |
|
De begindatum van een taak. Als een taak naar de volgende dag wordt doorgeschoven, wordt de nieuwe datum de begindatum. |
U kunt een tijdsperiode opgeven waarbinnen de taak valt of een exacte datum opgeven, afhankelijk van het argument. |
|
Andere items zoals formulieren, aangepaste berichten en C3PO™-programma's. |
Geef de tekenreeks op waar u naar wilt zoeken. |
|
Tekst die in het veld Onderwerp van een item wordt weergegeven. |
Geef de tekst voor het veld geheel of gedeeltelijk op. |
|
De alfabetische prioriteit van een taak (A, B, C enzovoort). |
Voer één letter in. |
|
De numerieke prioriteit van een taak (1, 2, 3, enzovoort). |
Geef een geheel getal op. |
|
De status die is toegewezen aan een item in een berichtenthread. |
Geef , of op. |
|
De naam van een persoon die wordt weergegeven in het veld van een item. |
Geef een naam op in het veld . |
|
Het totale aantal ontvangers van een item. |
U kunt een geheel getal opgeven of een variabele selecteren in de vervolgkeuzelijst, afhankelijk van het argument. |
|
De datum waarop een specifieke versie van een document is gemaakt. |
U kunt een tijdsperiode opgeven waarbinnen het document valt of een exacte datum opgeven, afhankelijk van het argument. |
|
De naam van de persoon die deze versie van een document heeft gemaakt. |
Geef de naam van de auteur op. |
|
De beschrijving van de documentversie. |
Geef een beschrijving van de documentversie op. |
|
Het versienummer van het document. |
Selecteer de versie in de vervolgkeuzelijst of klik op en geef een versienummer op. |
|
De huidige status van een document. |
Selecteer een status in de vervolgkeuzelijst. |
|
De naam van de weergave waarin u een item maakt of leest. De weergavenamen komen overeen met de namen die worden weergegeven wanneer u op de pijl-omlaag naast de itemweergaveknoppen op de werkbalk klikt. |
Geef een weergavenaam op. |