Nieuwe filters maken

  1. Klik op een map (bijvoorbeeld Postbus, Prullenbak of een map die u hebt gemaakt).

    Filters zijn van invloed op alle mappen. Wanneer u op een map klikt, kunt u de resultaten van de filter meteen zien.

    of

    Klik in de agendaweergave op het afspraken-, notitie- of takenoverzicht.

    De filter geldt voor alle overzichten in de agendaweergave. Als u bijvoorbeeld in stap 1 op het notitieoverzicht klikt, is de filter ook van toepassing op het afsprakenoverzicht en het takenoverzicht.

  1. Klik in de rechterbovenhoek van het hoofdvenster of in de agendaweergave op pictogram Filter uitgeschakeld en klik op Filter.

  2. In de meeste mappen worden de volgende velden weergegeven. Vul een of meer van deze velden in:

    Van: Typ een naam in het veld Van als u items van een specifieke persoon wilt weergeven. Klik op pictogram Filteradres om een naam in een lijst te selecteren.

    Aan, CC: Typ een naam in het veld Aan of CC als u items voor een specifieke persoon wilt weergeven. Klik op pictogram Filteradres om een naam in een lijst te selecteren.

    Onderwerp: Typ tekst in het veld Onderwerp als u items met specifieke tekst in de onderwerpregel wilt weergeven. Bij de ingevoerde tekst wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.

    Bericht: Typ tekst in het veld Bericht als u items met specifieke tekst in de berichttekst wilt weergeven. Bij de ingevoerde tekst wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.

  1. Klik op OK.

    Het filterpictogram verandert in pictogram Filter ingeschakeld, waarmee wordt aangegeven dat er een filter actief is.

  1. Als u de filter wilt opslaan voor toekomstig gebruik, klikt u achtereenvolgens op pictogram Filter ingeschakeld, Filter en Opslaan. Typ een naam en klik op OK.

Zie Filteren voor meer informatie.